De gegeolokaliseerde afbeelding roteren

Met de methode Roteer verander je de oriëntatie van de achtergrondafbeelding. Dit kan nodig zijn wanneer als de hoek naar het ware noorden de uitlijning van de gegeolokaliseerde tekening verstoort. Net als bij het gereedschap Roteer (gereedschap) moet je in deze methode drie keer klikken.

Als je de achtergrondafbeelding op deze manier roteert, zal de waarde voor Hoek naar ware noorden in het dialoogvenster ‘Georeferentie document’ automatisch worden aangepast.

Om de gegeolokaliseerde afbeelding te roteren:

Activeer het gereedschap en de methode.

Klik een eerste keer om het beginpunt te bepalen en een tweede keer voor het referentiepunt.

Beweeg de cursor om de achtergrondafbeelding te roteren.

Wanneer de uitlijning correct is, klik je een derde keer om de positie van de achtergrondafbeelding vast te leggen.

Om de rotatie ongedaan te maken, zet je de parameter Hoek naar ware noorden in het dialoogvenster ‘Georeferentie document’ terug op 0 (nul).

De tekening geolokaliseren