Design SuiteIFC-projecten exporteren

Commando

Locatie

Exporteer IFC Project

Bestand > Exporteer

Vectorworksprojectbestanden kunnen geëxporteerd worden naar ifc-, ifczip- en ifcxml-formaat.

Exporteren naar IFC-versies 2x3, 4 en 4x3 wordt ondersteund. De export van een project naar een IFC-bestand gebeurt op basis van de opgegeven geometrie en bijbehorende gegevens die nodig zijn voor het gebruik van het geëxporteerde bestand. Deze verzameling van geometrie en gegevens van een bouwmodel wordt een een Model View Definition (MVD) genoemd. MVD’s zijn in het leven geroepen door internationale, nationale en lokale groepen als een standaard voor het uitwisselen van informatie voor allerlei doeleinden, zoals coördinatie van het ontwerpproces, conflictdetectie, structurele analyses en hoeveelhedenanalyse van elementen. Je kan MVD’s gebruiken om de export automatisch uit te voeren of om een op maat gemaakte set van geometrie en gegevens manueel aan te duiden voor export.

Je kan een muur met zijn componenten als een enkele IFC-entiteit exporteren (IfcWall of IfcWallStandardCase), of je kan de muur in individuele componenten opsplitsen om bepaalde schattingen te maken (IfcBuildingElementPart). Zodra je de hoogte van één component aanpast zodat deze verschilt van de rest van de muur, worden de componenten automatisch geëxporteerd als afzonderlijke onderdelen.

Om een Vectorworksbestand naar IFC te exporteren:

Om een zo goed mogelijk resultaat te krijgen, houd je vóór het exporteren best rekening met de volgende punten:

Stel de Conversieresolutie 3D in de Vectorworksvoorkeuren in op ‘Laag’ om de bestandsgrootte kleiner te maken.

Stel het 2D/Planaanzicht in.

Zoom in op een klein, eenvoudig deel van het model.

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Exporteer IFC-project’ wordt geopend.

Bepaal de algemene exportopties en projectinformatie in de overeenstemmende categorieën in het tabblad Gegevens. Veel van de velden zijn vereist door de IFC-specificatie; ze bent automatisch omgezet naar hun IFC-equivalent, waarmee ze worden opgenomen in hoofding van het IFC-bestand.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Export

Bepaal hier de exportparameters van het bestand.

Bestandsformaat

Selecteer of je een ifc-, ifczip- of ifcxml-bestand wilt exporteren.

IFC-versie

Selecteer een IFC-versie.

Model View

Selecteer welke MVD je wilt gebruiken voor het exporteren van het IFC-project; dit bepaalt de geometrie en de gegevens die vereist zijn voor de export.

CV 2.0 - Architecture is een officiële MVD van buildingSMART International voor het exporteren van architecturale modellen, zodat deze gecoördineerd kunnen worden met bouwkundige en installatietechnische modellen.

De Extended Vectorworks Model View maakt het mogelijk om de te exporteren geometrie en gegevens aan te passen samen met de exportinstellingen voor het uitwisselen van gegevens zonder een standaard of officiële MVD.

Deze MVD exporteert de volgende elementen die buiten de CV 2.0 MVD vallen:

3D-geometrie zoals proxy-objecten (IfcBuildingElementProxy)

lineaire, hoek-, boog- en hellingbematingen

noordpijl

afbreeklijn

tekstknopen (met IFC-gegevens)

IES VE is een MVD op maat om modelinformatie uit te wisselen met het IES-Virtual Environment platform. Dit maakt het mogelijk om simulaties en analyses van de energieprestaties van gebouwen uit te voeren.

COBie/Facilities Management MVD maakt het mogelijk om grafische en niet-grafische informatie met betrekking tot het faciliteitenbeheer door te geven aan de gebouwbeheerder. Het bevat de internationale versie van de COBie/COBie2 vereisten voor informatie-uitwiseling.

Simplified Geometry MVD exporteert muren als IfcWallStandardCase en voegt alle componenten samen tot één extrusie. Platen worden geëxporteerd als een verzameling van meerdere platen (één plaat voor elke component).

Reference View MVD (alleen voor IFC4) exporteert geometrie enkel om het te gebruiken als referentiemodel. Het model wordt niet omgezet naar oorspronkelijke objecten en kan niet worden gewijzigd door de ontvanger. Deze MVD is nuttig voor visuele presentaties, coördinatie, conflictdetectie, meetstaten, enzovoort.

Het modelaanzicht en eventuele extra aanzichten worden toegevoegd als informatie in de hoofding van het IFC-bestand.

Toevoegingen

Vink de optionele informatie aan die je aan aan de export wilt toevoegen.

De Meetstaat geeft hoeveelheden door aan specifieke IFC-gegevensvelden zodat deze informatie vervolgens gebruikt kan worden om de kosten te berekenen en andere ramingen uit te voeren.

Met 1ste graad ruimterelaties aangevinkt worden de contactoppervlakken tussen ruimtes en aangrenzend oppervlakken, zoals muren, vloeren en plafonds, mee geëxporteerd. Deze grensvlakken geven ook de plaats en afmetingen aan van openingen zoals deuren en ramen. (Dit element is vereist door veel energieanalyseprogramma’s.)

Exporteer alleen zichtbare objecten

Vink deze optie aan om alleen objecten in zichtbare klassen en lagen te exporteren. Indien uitgevinkt, worden alle objecten bepaald door de Model View, geëxporteerd.

Exporteer terreinmodel

Vink deze optie aan om de geometrie van het terreinmodel (indien aanwezig) mee te exporteren en maakt het mogelijk om de laag met het terreinmodel op te nemen in de IFC-structuur (via het tabblad Omzetting lagen).

Exporteer parametersets op maat

Vink deze optie aan om de Psets op maat die geselecteerd zijn in het dialoogvenster ‘Beheer eigenschappensets op maat’ mee te exporteren. Doe dit voor modellen die niet expliciet gedefinieerd zijn in de Model View Definition of wanneer je de Extended Vectorworks Model View gebruikt.

Exporteer volumes als BREP’s

Afhankelijk van de ontvangende applicatie en vereisten voor gegevensuitwisseling, kan het nodig zijn om volumes te vereenvoudigen tot een oppervlaktemodel, oftewel een boundary representation (BREP), zodat ze correct worden weergegeven en herkend.

Exporteer tekst in Unicode-formaat

Vink deze optie aan om tekst te exporteren in Unicode. Dit tekstformaat is betrouwbaarder voor double-bytekarakters (karakters van onder andere het Japanse, Chinese of cyrillische schrift), maar moet ook door de ontvangende applicatie ondersteund worden.

Exporteer muren/platen d.m.v. componenten

Vink deze optie aan om de componenten van muren en platen als subelementen te exporteren, bedoeld voor het ramen van de benodigde bouwmaterialen.

Project

Naam

Geef de naam van het project op

Fase

Definieer de constructiefase van het project.

Type project

Geef het type project op

Omschrijving project

Geef een omschrijving van het project.

ID bouwvergunning

Geef het ID van de bouwvergunning op.

Bruto-oppervlakte (gepland)

Geef de bruto-oppervlakte op die het hele project in beslag zal nemen.

Code munteenheid

Selecteer de code voor de munteenheid die van toepassing is (zoals EUR voor euro, USD voor US-dollar).

Tijdseenheid

Selecteer de tijdseenheid die van toepassing is op het project.

Standaard classificatiecode

Selecteer de classificatiecode voor het project. Kies een classificatiecode uit de lijst, of selecteer de optie ‘Andere’ en geef zelf een waarde op in het veld Andere.

Auteur

Geef informatie op over de hoofdauteur van het bestand.

Rol

Selecteer de rol van de auteur in het project. Kies een rol uit de lijst, of selecteer de optie ‘Andere’ en geef zelf een waarde op in het veld Andere.

Categorie

Klik op de knop Opzoeken om het dialoogvenster ‘Categorie opzoeken’ te openen. De lijst die je hier vindt, wordt bepaald door de gekozen Standaard classificatie in de categorie Project. Selecteer de classificatiecategorie of selecteer Andere en voer de categorie in.

Adresgegevens auteur

Geef relevante informatie in met betrekking tot de bedrijfslocatie van de auteur.

Organisatie

Geef relevante informatie op met betrekking tot de professionele organisatie die het project leidt.

Rol

Specificeer welke rol de organisatie heeft. Selecteer hiervoor een rol uit de lijst of selecteer de optie ‘Andere’ en geef zelf een waarde op in het veld Andere.

Categorie

Klik op de knop Opzoeken om het dialoogvenster ‘Categorie opzoeken’ te openen. De lijst die je hier vindt, wordt bepaald door de gekozen Standaard classificatie in de categorie Project. Selecteer de classificatiecategorie of selecteer Andere en voer de categorie in.

Adresgegevens organisatie

Geef relevante informatie op met betrekking tot de fysieke locatie van de organisatie. Als de adresgegevens van de auteur en de organisatie dezelfde zijn, kan je de gegevens van de auteur met één klik hiernaartoe kopiëren via de knop Kopieer adresgegevens auteur. Nadien kan je de categoriën afzonderlijk wijzigen zonder dat ze elkaar wederzijds beïnvloeden.

Terrein

Geef informatie op over de locatie van het project, ongeacht of het terreinmodel mee geëxporteerd wordt.

Als het bestand niet gegeorefereerd is, maar je kent de breedtegraad/lengtegraad en hoogtewaarden, dan je kan je die hier opgeven.

Als het bestand informatie met een georeferentie bevat, voer dan de details in het deelvenster IFC-model instellingen van dit tabblad in.

Adresgegevens terrein

Geef de adresgegevens van het terrein op.

Gebouw

Definieer de IFC-eigenschappen met betrekking tot het gebouw.

Gebouw #

Als er meerdere gebouwen zijn om te exporteren, selecteer dan voor welk gebouw je de gegevens wilt invoeren.

Het aantal gebouwen wordt opgegeven op het tabblad Omzetting lagen.

ID/Naam/Omschrijving

Geef het ID, de naam en de omschrijving van het gebouw op.

Categorie

Klik op de knop Opzoeken om het dialoogvenster ‘Categorie <Standaard classificatie> opzoeken’ te openen. De lijst die je hier vindt, wordt bepaald door de gekozen Standaard classificatie in de categorie Project. Selecteer de classificatiecategorie of selecteer Andere en voer de categorie in.

Geplande bruto-oppervlakte

Geef de bruto-oppervlakte in die het gebouw in beslag zal nemen. Deze informatie wordt gebruikt voor programmatiedoeleinden.

Referentiehoogte gebouw/Referentiehoogte terrein

Geef de hoogte (boven zeeniveau) op van het gebouw en het terrein.

Bestemmingsfunctie

Geef de bestemmingsfunctie van het gebouw op volgens de geldende nationale bouwnormen.

Primair constructietype

Definieer het primaire constructietype van het gebouw volgens de brandklassen opgenomen in de nationale bouwnormen.

Secundair constructietype

Definieer het secundaire constructietype van het gebouw volgens de brandklassen opgenomen in de nationale bouwnormen.

Sprinklerbeveiliging

Vink deze optie aan om aan te geven dat het gebouw voorzien is van sprinklerbeveiliging. Zo ja, geef aan of dit systeem automatisch werkt. Deze instelling wordt overgenomen op het tabblad Omzetting lagen, waar het voor individuele bouwlagen kan worden overschreven.

Bouwjaar

Geef het jaar op waarin het gebouw gebouwd werd.

Nationaal erfgoed

Vink deze optie aan om aan te geven dat het gebouw deel uitmaakt van het nationaal erfgoed.

Adresgegevens gebouw

Als er meerdere gebouwen zijn om te exporteren, selecteer dan voor welk gebouw je de gegevens wilt invoeren, en voer vervolgens de adresgegevens voor het gebouw in. Als de adresgegevens van het terrein en het gebouw dezelfde zijn, kan je de gegevens van het terrein met één klik hiernaartoe kopiëren via de knop Kopieer adresgegevens terrein. Nadien kan je de categoriën afzonderlijk wijzigen zonder dat ze elkaar wederzijds beïnvloeden.

Het aantal gebouwen wordt opgegeven op het tabblad Omzetting lagen.

IFC-model instellingen

Specificeert georeferentie- en plaatsingsinformatie voor het IFC-model

IFC-Georeferentie

Als het document georeferentie-informatie bevat, is ‘Van document’ standaard geselecteerd en worden de huidige instellingen weergegeven. Selecteer indien nodig Op maat en voer aangepaste gegevens handmatig in (zie Georeferenties aan een document toevoegen).

Als het bestand geogelokaliseerde informatie bevat, exporteer je met IFC 2x3 de geogelokaliseerde coördinaten en met IFC 4 de geogelokaliseerde coördinaten én het specifieke coördinatensysteem voor het bestand.

IFC-Model Plaatsing

Nulpunt instellingen

Bepaalt het nulpunt voor het IFC-project.

Intern nulpunt: het nulpunt van het IFC-model valt samen met het nulpunt van het document

Gebruikersnulpunt: het nulpunt van het IFC-model is het gebruikersnulpunt van het document (coördinaten in IFC zijn hetzelfde als in het Vectorworks infopalet en de linialen)

Aangepast nulpunt: het nulpunt van het IFC-model ligt op de opgegeven X/Y/Z-offsets

Topografisch baken: Als er een topografisch baken in het document staat, bepaalt de positie daarvan het nulpunt. Door het baken te verplaatsen wordt het geëxporteerde model verplaatst.

Baken Als er bakens in het document staan, selecteer dan een van de objecten uit de lijst om het nulpunt te definiëren. Door het baken te verplaatsen wordt het geëxporteerde model verplaatst.

Transformatie

Dit specificeert een rotatie voor het IFC-model die zal worden toegepast op het geselecteerde nulpunt.

Lijn uit met het ware noorden roteert het model zodat de Y-as van de offset het noorden is.

Met Hoek kan je een aangepaste rotatie invoeren.

Klik op het tabblad Omzetting lagen om aan te geven hoe documentlagen moeten worden toegewezen aan bouwlagen in het IFC-project. Als het Vectorworks document is opgemaakt met bouwlagen(Vectorworks Architect of Landmark vereist), worden de lagen die zijn toegewezen aan de bouwlagenvan het gebouw standaard automatisch toegewezen aan een bouwlaag met de juiste naam. Zet elke laag die je wilt exporteren om naar een van de Vectorworks bouwlagen in de lijst. Als Exporteer terreinmodel is geselecteerd in de exportopties op het tabblad Gegevens, zet dan de lagen van het terreinmodel om naar de terrein optie.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Aantal gebouwen

Geef het aantal gebouwen op om te exporteren

Gebouw #

Als er meerdere gebouwen zijn om te exporteren, selecteer dan voor welk gebouw je de lagen wilt omzetten

Lijst van beschikbare lagen

Toont ontwerplagen die momenteel niet zijn toegewezen aan een bouwlaag voor export; niet-omgezette lagen worden niet geëxporteerd

Aantal bouwlagen

Geeft standaard het aantal bouwlagen in het document weer. Als je het aantal verhoogt of verlaagt, veranderen de bouwlagen die beschikbaar zijn in de Naam Vectorworks bouwlaag lijst ook. Dit geeft je meer flexibiliteit om, indien nodig, de bouwlaagstructuur bij het exporteren aan te passen;

Naam Vectorworks bouwlaag

Toont standaard elke bouwlaag die in het document is aangemaakt, en een optie Terrein voor terreinmodellagen. Selecteer een item om de huidige omzetting ervan weer te geven in de Omgezette lagen lijst.

Naam IFC-bouwlaag

Voer een naam in om toe te wijzen aan de omgezette lagen van deze bouwlaag in het IFC-project

Omgezette lagen

Hier zie je de lagen die opgenomen zijn in de export voor de geselecteerde Naam Vectorworks bouwlaag.

Voeg toe >

Verplaatst de geselecteerde lagen in de lijst Beschikbare lagen naar de lijst Omgezette lagen voor export

< Verwijder

Klik op deze knop om de geselecteerde lagen uit de lijst met Omgezette lagen te verwijderen en terug te zetten in de lijst met Beschikbare lagen.

IFC-laageigenschappen

Bepaal de IFC-eigenschappen voor de geselecteerde omgezette bouwlagen.

Bovengronds

Vink deze optie aan om aan te geven dat de bouwlaag volledig bovengronds is gelegen.

Toegangsniveau

Vink deze optie aan om aan te geven dat er op deze bouwlaag een toegang tot het gebouw mogelijk.

Sprinklerbeveiliging

Vink deze optie aan om aan te geven dat de bouwlaag voorzien is van sprinklerbeveiliging. Zo ja, geef aan of dit systeem automatisch werkt. De initiële instelling voor deze parameter wordt overgenomen uit het deelvenster Gebouw op het tabblad Gegevens.

Geplande oppervlakte, Bruto/Netto

Geef de geplande bruto- en netto-oppervlakte op van de geselecteerde bouwlaag. Deze informatie is optioneel en wordt gebruikt voor ontwerp- en programmatiedoeleinden.

Categorie

Selecteer de classificatiecategorie van de bouwlaag of selecteer Andere en voer de categorie in.

Klik op Exporteer en geef vervolgens de bestandsnaam en -locatie op in het dialoogvenster ‘Opslaan als’.

Om de instellingen in het dialoogvenster ‘Exporteer IFC Project’ te bewaren zonder het project te exporteren, klik op de knop Bewaar instellingen. De instellingen worden bewaard en het dialoogvenster ‘Exporteer IFC Project’ wordt gesloten.

Als de export voltooid is, wordt het dialoogvenster IFC Export Rapport geopend met een lijst van de IFC-entiteiten die zijn geëxporteerd en eventuele fouten. Indien gewenst kan je op de knop Bewaar rapport klikken om het rapport te bewaren als een tekstbestand.

Concept: IFC Overzicht

IFC-gegevens toekennen aan objecten

IFC-bestanden importeren

3D-model opmaken met bouwlagen

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.