Rotatie d.m.v. referentielijn

Methode	Gereedschap	Tool set	Sneltoets
Roteer Roteer - dupliceer	Roteer	Basisgereedschappen	Alt+= (Windows) Option+= (Mac)

Om een object te roteren ten opzichte van een ander object:

Selecteer het te roteren object.

Activeer het gereedschap en selecteer de gepaste methode, afhankelijk van of je het originele of gedupliceerde object wilt roteren.

Als de tekening in 3D wordt weergegeven, selecteer je de methode D.m.v. referentielijn.

Er verschijnt een gradenboog rond de cursor. Plaats de gradenboog op een vlak en klik om het middelpunt van de rotatie te bepalen.

De gradenboog verschijnt enkel wanneer een object is geselecteerd.

De gradenboog blijft op het aangeklikte punt staan. Beweeg de cursor om de gradenboog rond dit punt te roteren; een stippellijn vanuit het middelpunt tot aan de cursor geeft de rotatie-as aan. Klik om de rotatie-as vast te leggen.

Wanneer je hierna de cursor beweegt, zie je een voorvertoning van het geroteerde object in de tekening. Klik op het punt ten opzichte waarvan je het object wilt uitlijnen.

Het originele of gedupliceerde object wordt op de nieuwe positie geplaatst en geroteerd.

Voor de uitlijning en voorvertoning is het belangrijk dat je bij het vastleggen van de drie punten telkens op een grijppunt klikt.

Een object roteren d.m.v. de methodes Roteer en D.m.v. referentielijn 

Objecten roteren

Grijpfuncties van de Intelligente aanwijzer instellen

Nauwkeurig tekenen