Objecten enkelvoudig verbinden

De methode Objecten enkelvoudig verbinden zorgt ervoor dat het eerst geselecteerde te verbinden object verlengd of verkort wordt tot aan het tweede geselecteerde doelobject. Alleen open objecten zoals lijnen, bogen, open polygonen en NURBS-curven en -lijnen kan je als te verbinden object gebruiken. Gesloten objecten zoals cirkels, rechthoeken of gesloten polygonen worden automatisch beschouwd als doelobjecten.

Deze methode is handig om dakvlakken te verbinden (zie Dakvlakken verbinden).

Methode	Gereedschap	Gereedschappenset	Sneltoets
Objecten enkelvoudig verbinden	Verbind/combineer	Basisgereedschappen	Alt + L (Windows) Option + L (Mac)

Om één object aan een doelobject te verbinden:

Activeer het gereedschap en de methode.

Klik eerst op het te verbinden object en dan op het doelobject (dat als grens dient). Het eerst geselecteerde object wordt verlengd of verkort wordt tot aan het tweede object.

Om meerdere geselecteerde objecten aan een doelobject te verbinden:

Selecteer de verschillende objecten die je met een doelobject wilt verbinden.

Activeer het gereedschap en de methode.

Terwijl je de alt-toets (Windows) of de option-toets (Mac) indrukt, klik je op een van de te verbinden objecten en vervolgens op het doelobject. De geselecteerde objecten wordt verlengd of verkort tot aan het doelobject.

Of: Gebruik de methode Meerdere objecten verbinden om meerdere objecten met een doelobject te verbinden (zie Meerdere objecten verbinden).

Objecten verbinden en combineren