Objecten wentelen

Commando

Locatie

Sneltoets

Hoek v.d. boog

Model

Ctrl + Alt + W (Windows)

Cmd + Option + W (Mac)

Met het commando Wenteling kan je een cilindrisch 3D-object creëren. Dit gebeurt op basis van een 2D-object dat rond een punt gewenteld wordt; de hoek en stijging van de wenteling kan je daarbij aanpassen. Het gereedschap kan dienen om een enkel object of meerdere objecten tegelijkertijd te wentelen. Het is echter niet mogelijk om groepen te wentelen; je moet ze eerst degroeperen. Ook vergrendelde objecten kunnen niet onmiddellijk bewerkt worden; je moet ze ontgrendelen om een wenteling mogelijk te maken.

Een wenteling heeft vier basisparameters: de hoek van de boog, het aantal graden per segment, de positie van het referentiepunt en de stijging. De positie van het referentiepunt kan daarbij eventueel door een locus bepaald worden. Als je geen locus selecteert, gebeurt de wenteling ronde de linkerzijde van het object of rond het meest links gelegen punt in het geval van meerdere geselecteerde objecten.

Als de wenteling voltooid is, kan je d.m.v. het commando Bewerk wenteling de locus verplaatsen of een locus toevoegen. De overige drie parameters (hoek v.d. Boog, aantal graden per intsegment en stijging) kan je via het Infopalet aanpassen.

Als meerdere objecten selecteert voor het creëren van een wenteling, worden de deze objecten automatisch gegroepeerd. Om een object dat deel uitmaakt van de wenteling, te bewerken, gebruik je het commando Bewerk wenteling.

Om een wenteling te creëren:

Selecteer het 2D-object dat je wilt wentelen alsook het centerpunt (indien je dit gecreëerd heeft)

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Creëer wenteling’ wordt geopend. Stel de parameters voor de wenteling in.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Afmeting

Hoogte

Geef de hoogte op.

Straal

Geef de straal op.

Door middel van

Beginhoek

Geef de beginhoek op.

Hoek v.d. boog

Deze waarde bepaalt hoe ver het actieve ontwerplaagvlak om de rotatieas moet worden geroteerd; één volledige rotatie is 360°.

Segment om de

Geef de hoek op die één segment omspant. Standaard worden er 36 segmenten gecreëerd met telkens een interval van 10°. Hou er rekening mee dat deze waarde niet negatief kan zijn. Hoe lager de waarde is die je ingeeft, hoe hoger het aantal segmenten en dus hoe langer de verwerkingstijd zal zijn.

Stijging

Geef de stijging op per omwenteling van 360°. Deze waarde is de rechtlijnige afstand tussen twee overeenkomstige punten van de wenteling. Als je bijvoorbeeld 1cm ingeeft, zal het object per omwenteling in totaal 1 cm stijgen.

Shapes201292.png

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.