Opbollen

Methode	Gereedschap	Gereedschappenset
Opbollen	Vervormen	3D Modelleren

De methode Opbollen van het gereedschap Vervormen stelt je in staat om convexe of concave vormen te maken.

 

Om een volume of NURBS-oppervlak op te bollen:

Activeer het gereedschap en selecteer de methode.

Standaard is de methode Symmetrisch geselecteerd. Als je op een lichaam klikt, verschijnt er een pijlenkruis. De uitstulping zal even groot zijn in de sleeprichting als in de richting daar loodrecht op. Als je een asymmetrische uitstulping wenst, schakel je de methode Symmetrisch uit. Er verschijnt dan een dubbele pijl en de uitstulping geldt dan alleen voor de sleeprichting; de loodrechte richting wordt niet opgebold.

Je kan de methode Symmetrisch ook op elk ander moment tijdens de bewerking in- of uitschakelen.

Als je met de muis over 3D-objecten beweegt, worden ze gemarkeerd om aan te geven dat je ze kunt vervormen. Klik om een volume of een NURBS-oppervlak te selecteren.

Gebruik de shift-toets om meerdere objecten te selecteren.

Rond de cursor verschijnt een dubbele pijl of een pijlenkruis. Plaats de grafische voorstelling van de pijlen op het gewenste middelpunt voor de uitstulping en klik op dat punt.

De grafische voorstelling van de pijlen verschijnt enkel wanneer een object is geselecteerd. Om de pijlen naar wens te positioneren, moet je mogelijk een specifiek werkvlak activeren in de lijst Actieve vlak op de Weergavebalk.

Het middelpunt van de uitstulping hoeft niet op het geselecteerde object te liggen.

De grafische voorstelling van de pijlen blijft staan op het aangeklikte punt en er verschijnt een as. Terwijl je de cursor verplaatst, draait de voorstelling van de pijlen om de richting van de uitstulping aan te geven en een referentielijn toont waar het beginpunt van de uitstulping zal liggen. Klik om de referentielijn vast te leggen.

Terwijl je de cursor verplaatst, krijg je een voorvertoning van de uitstulping.

Om een uitstulping met een precieze verhouding te tekenen, druk je op de tabtoets en voer je op de Coördinatenbalk een negatief of positief getal in. De originele verhouding is 1. Bij een waarde lager dan 1 wordt het object uitgehold. Ligt de waarde hoger dan 1 dan wordt het object opgebold. Druk op Enter om een voorvertoning van de uitstulping weer te geven.

Klik om de bewerking te voltooien. Het object wordt vervormd en omgezet naar een generiek volume.

 

 

Volumes en NURBS-oppervlakken vervormen