Terreinbewerking
Concept: Terreinmodellen
Een digitaal terreinmodel (DTM) is een digitale weergave van een terrein. Dit kunt u met behulp van specifieke gereedschappen en commando’s in Vectorworks Architectuur en Landschap modelleren. De module Landschap bevat nog enkele bijkomende commando’s.
U kunt een terreinmodel op maat creëren op basis van een gesloten vorm of afleiden van brongegevens. De brongegevens van een terreinmodel zijn de aangeleverde driedimensionale gegevens die een bestaand terrein definiëren; dat kan in de vorm van opmetingsgegevens, 3D-loci, polygonen, polylijnen of bakens. Het terreinmodel dat op basis van de brongegevens gecreëerd wordt, bevat zowel 2D- als 3D-terreingegevens en kan naar andere lagen en bestanden gekopieerd worden. Door meerdere “momentopnames” van een terreinmodel te maken, kunt u zelfs verschillende vormen van het model naast elkaar tonen in de tekening.
Nadat de brongegevens zijn ingelezen, worden deze verwerkt tot een digitaal terreinmodel. Twee toestanden van dit terreinmodel kunnen worden weergegeven: het bestaande en het toekomstige terreinmodel. Het huidige terreinmodel bevat de geometrische weergave van de brongegevens en toont het terrein overeenkomstig de gegevens van de opmeting. De gewijzigde toestand wordt getoond in het toekomstige terreinmodel. Dit model bevat het huidige terreinmodel plus alle geometrische invloeden van terreinbewerkingsobjecten zoals aanvullingen, afgravingen, wegen, paden, keermuren enzovoort. Via de instellingen kunt u kiezen om beide of slechts een van de twee toestanden van het terreinmodel weer te geven; dit kan zowel bij creatie, als nadien via de knop Instellingen in het Infopalet.
Terreinmodellen maken gebruik van het Triangulated Irregular Network (TIN) om brongegevens met elkaar te verbinden. Deze methode werkt ook voor in brokken verspreide informatie; de gegevens hoeven niet georganiseerd te zijn in een rechthoekig grid. Het model gebruikt alle beschikbare gegevens om het oppervlak weer te geven; er wordt niet gewerkt met schattingen. Dit resulteert in een netwerk van driehoekige, onregelmatige vlakken. Vervolgens berekent het model de omtreklijnen.
Na creatie wordt het terreinmodel standaard in het tijdelijk geheugen bewaard, zodat het makkelijker kan worden bijgewerkt. Dit zal de bestandsgrootte echter doen toenemen. Zie Documentvoorkeuren: tabblad Weergave als u wilt weten hoe u deze standaardinstelling wijzigt.
Zie Migreren van vorige Vectorworksversies om een terreinmodel uit een vorige versie van Vectorworks bij te werken.
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.