Gordingen creëren

Afmetingen

Selecteer de breedte x hoogte voor gordingen; de afmetingen in de keuzelijst worden weergegeven in de documenteenheden. Selecteer de optie Bewerk lijst om afmetingen op maat toe te voegen (zie Constructie-elementen met afmetingen op maat).

Hoogte eerste gording

Geef de hoogte op van de eerste gording, te rekenen vanaf de vloer.

Hoogte laatste gording

Geef de hoogte op van de laatste gording, te rekenen vanaf het toppunt van het dak.

Gordingen d.m.v.

Aantal

Geef het aantal gordingen op. De gordingen worden gelijkmatig verdeeld tussen de eerste en laatste gording.

Onderlinge afstand

Geef de gewenste afstand tussen de gordingen in. Het aantal gordingen wordt berekend op basis van deze waarde.

Positie t.o.v. sparren en kepers

Bovenaan

Selecteer deze instelling om gordingen boven de sparren en kepers te plaatsen, net zoals gedaan wordt voor de panlatten.

Onderaan

Selecteer deze instelling om gordingen onder de sparren en kepers te plaatsen zodat de gordingen de sparren/kepers ondersteunen.

Plaats gordingen vanaf de basis van sparren en kepers

Vink deze optie aan om gordingen te creëren aan de basis van de sparren en kepers.

Kantel d.m.v. dakvlak

Vink deze optie aan om de gordingen te kantelen overeenkomstig de dakhelling.

Insprong opleg

Geef de waarde in voor de insprong van de opleg ten opzichte van de sparren en kepers. Dit is alleen van toepassing op horizontaal gelegen gordingen; als de gordingen gekanteld zijn, is dit veld niet beschikbaar.

Klasse

Gebruik klassen om de weergave en de zichtbaarheid van de items te regelen. Selecteer een klasse uit de lijst met klassen aanwezig in de tekening of creëer een nieuwe klasse (zie Klassen creëren).

Klassen

Klik om de ingestelde klassen te bewerken.

Kenmerken

Klik om de kenmerken van de gordingen te bewerken.