Architect or SpotlightStructuurelementen creëren

Gereedschap

Werkomgeving: gereedschappenset

Structuurelement

 

Design Suite, Architect: Building Shell

Design Suite, Spotlight: Rigging/Braceworks

Met het gereedschap Structuurelement kan je zowel rechte structuurelementen creëren als structuurelementen op basis van een polylijn. Voor de samenstelling heb je de keuze uit verschillende soorten typische materialen en vormen. Bovendien kan je het gereedschap gebruiken om meerdere structuurelementen met elkaar te verbinden en zo een netwerk te bouwen. Als je een materiaal-hulpbron aan een traponderdeel toekent, voorziet het materiaal eveneens de nodige vulling, textuur, fysieke kenmerken en constructie-informatie voor je tekeningen, renderings en rapporten. De structuurelementen kunnen zowel op het ontwerplaagvlak als op een werkvlak uitgelijnd worden.

Methode

Omschrijving

Kolom

Gebruik deze methode om een verticaal structuurelement in te voegen.

Lineair

Gebruik deze methode om een lineair structuurelement in te voegen.

Polylijn

Gebruik deze methode om een structuurelement te creëren volgens de geselecteerde tekenmethode.

Kolomhoogte

Vul in dit veld de kolomhoogte in van verticale structuurelementen (i.e. structuurelementen waarvoor de Referentiehoogte begin en Referentiehoogte einde bepaald worden door het ‘Peil van de laag’ in de Instellingen (zie Instellingen structuurelementen).

Tekenmethodes polylijn

Selecteer de gewenste tekenmethode voor de polylijn die de basis vormt van het object; zie Polylijnen tekenen

Automatische koppeling

Schakel deze optie in om verbonden structuurelementen automatisch aan elkaar te koppelen. Je kan een element koppelen aan het beginpunt, het eindpunt, de aslijn of de rand van een ander element. Deze koppeling blijft behouden wanneer je een van de gekoppelde elementen verplaatst, inclusief kopieën en duplicaten, zelfs wanneer de verplaatsing naar een ander document gebeurt.

Automatische muurverbinding kan worden opgeschort terwijl je tekent met het gereedschap Structurelement door op Alt (Windows)/Cmd (Mac) te drukken.

Structuurelement Stijl

Klik in dit vak om de Hulpbronnenkiezer te openen. Hier kan je het Structuurelement selecteren dat je wilt gebruiken. Dubbelklik op een hulpbron om deze te activeren.

Instellingen

Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Structuurelement voorkeuren’ te openen. Hierin kan je de standaardvoorkeuren voor structuurelementen opgeven.

StructMemb_eg1.png 

Structural02765.png

Om een structuurelement te creëren:

Activeer het gereedschap en de methode. Voor de Kolommethode, vul in de Methodebalk de Kolomhoogte in.

Volg een van onderstaande werkwijzen:

Klik in de Methodebalk op het veld naast Structuurelement stijl om een hulpbron via de Hulpbronnenkiezer te selecteren.

Klik op de knop Instellingen om het dialoogvenster ‘Instellingen structuurelementen’ te openen en de standaardinstellingen voor het gereedschap aan te passen(zie Instellingen structuurelementen).

De meeste parameters kan je nadien nog wijzigen via het Infopalet.

In de tekenzone, als de optie Automatische koppeling is ingeschakeld, worden bestaande structuurelementen opgelicht als je de cursor erover beweegt om aan te geven dat het gekoppeld kan worden. Als een structuurelement in 2D/planaanzicht zo wordt geplaatst dat zijn as wordt begrensd en de as van een ander structuurelement niet snijdt, wordt het niet gemarkeerd of automatisch verbonden met die objecten. 

Ga verder met één van de werkwijzen hieronder, afhankelijk van de geselecteerde methode:

Voor Kolom methode, klik in de tekening om een nieuw structuurelement in te voegen. Op de plaats waar je klikt komt de basis te liggen.

Voor Lineaire methode, klik om het beginpunt te plaatsen en klik nogmaals om het eindpunt te plaatsen.

In Lineaire methode, biedt de Coördinatenbalk bijkomende parameters om het structuurelement preciezer te tekenen en te plaatsen. Druk op de tab toets om toegang te krijgen tot de Coördinatenbalk en de Overspanning, Hoek, Kanteling, Lengte en/of Hoogte in te stellen. Deze onafhankelijke parameters kunnen later bewerkt worden in het infopalet; zie Structuurelementen vervormen voor meer informatie over deze instellingen.

Voor Polylijn methode, klik om het beginpunt te plaatsen; bij elke volgende muisklik plaats je een controlepunt. Dubbelklik om het eindpunt vast te leggen. Zie Polylijnen tekenen voor meer informatie over het gebruik van de verschillende tekenmethoden voor polylijnen.

Creëer eventueel een objectstijl op basis van het object (zie Objectstijlen op maat zonder catalogusopties).

Structuurelementen bewerken

Instellingen structuurelementen

Tekenen m.b.v. de Coördinatenbalk

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.