Componenten coderen
|
Commando |
Locatie |
|
Codeer componenten |
Extra > Rapporten |
Om componenten in uw Vectorworks-tekening te coderen bij het voorbereiden van een meetstaat:
Selecteer één of meer objecten in uw tekening waarvan u de componenten wilt coderen.
Selecteer het commando.
Het dialoogvenster ‘Codeer componenten’ wordt geopend.
Klik om de velden te tonen / te verbergen.Klik om de velden te tonen / te verbergen.
|
Veld |
Omschrijving |
|
Coderingssysteem |
Kies een coderingssysteem uit de keuzelijst. De codes in het gekozen systeem worden in een doorzoekbare lijst weergegeven. |
|
Filter |
Geef tekst op om de lijst met codes te filteren op hun omschrijving. Alleen de coderegels die beantwoorden aan uw zoekopdracht worden getoond. |
|
Codelijst |
In deze lijst vindt u een overzicht van de codes en bijbehorende omschrijvingen in het gekozen coderingssysteem. |
|
Geselecteerd |
Hier worden de codes getoond die in de codelijst geselecteerd zijn. |
|
Ken toe |
Met deze knop kent u de geselecteerde code(s) in de codelijst toe aan de geselecteerde component(en) in de lijst daaronder. De codes verschijnen in de kolom ‘Nieuwe naam’ van de componentenlijst. Indien deze kolom reeds één of meer codes bevat, zullen deze code(s) vervangen worden door de nieuwe. |
|
Wis |
Hiermee wist u met één klik de inhoud van de kolom ‘Nieuwe naam’ voor de geselecteerde componenten. |
|
Componentenlijst |
In deze lijst vindt u een overzicht van alle componenten in de geselecteerde objecten in uw tekening. In de verschillende kolommen staat informatie over het type component, de naam, componentdikte, nieuwe naam (toegewezen codes) en inhoud (technische omschrijving van de codes). |
Selecteer één of meer codes uit het gewenste coderingssysteem.
Selecteer één of meer regels in de componentenlijst.
Gebruik vervolgens de knoppen Ken toe en Wis om codes aan de componenten toe te wijzen of zojuist toegewezen codes te wissen.
Zodra u op OK klikt worden de componenten waaraan u codes hebt toegewezen, hernoemd. De naam van de componenten wordt volledig vervangen door de toegewezen code(s).
Indien nodig, kunt u na het coderen van de componenten de codes in de naam van de componenten veranderen door het commando opnieuw uit te voeren, of u kunt de codes voor individuele componenten manueel aanpassen in de componentenlijst die u opent via het Infopalet van een object.
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.