De zichtbaarheid van objecten wijzigen met het gereedschap Zichtbaarheid

Methode

Gereedschap

Gereedschappenset

Objecten

 

Zichtbaarheid

Basisgereedschappen

Gebruik het gereedschap Zichtbaarheid om de zichtbaarheid te wijzigen van aangeklikte objecten in de tekenzone of in een zichtvenster. Je kan niet grijpen naar verborgen objecten of ze selecteren, ze worden niet weergegeven in zichtvensters en ze worden niet afgedrukt of geëxporteerd.

De objectmodus is niet beschikbaar in bepaalde situaties, zoals bij het bewerken van een symbool of het bewerken van de 2D componenten van een parametrisch object.

Objecten die verborgen zijn in het tekengebied worden standaard "doorschijnend" (transparant met een lichtblauwe tint) weergegeven. In het menu Vectorworks voorkeuren en Snelle voorkeuren kun je verborgen objecten desgewenst onzichtbaar maken. Als alternatief kun je de sneltoets V gebruiken om te wisselen tussen onzichtbare en doorschijnende weergave; de sneltoets kan worden aangepast (zie Speciale sneltoetsen bewerken).

Om de objectzichtbaarheid te wijzigen voor een aangeklikt object:

Activeer het gereedschap en de gewenste methode.

Selecteer of je het object Zichtbaar of Verborgen wilt maken. Als de methode Zichtbaar is geselecteerd in het tekengebied, worden objecten die verborgen zijn, doorschijnend weergegeven; anders zijn verborgen objecten zichtbaar of niet, afhankelijk van de weergavevoorkeur voor verborgen objecten.

Verplaats de cursor om het gewenste tekenobject te markeren. Een schermtip geeft aan welk object wordt gewijzigd en wat de huidige zichtbaarheidsinstelling is. Als het geselecteerde object zich in een zichtvenster bevindt, wordt ook de laag en het tekeningnummer van het zichtvenster weergegeven.

Klik op het object om het zichtbaar of verborgen te maken.

Objecten tonen

Naast het gebruik van de zichtbaarheid methode van het zichtbaarheid gereedschap kun je objecten als volgt tonen.

Om alle verborgen objecten zichtbaar te maken, klik je op de knop Toon objecten in de rechterbovenhoek van het tekengebied of selecteer je Weergave > Toon objecten.

Om specifieke verborgen objecten zichtbaar te maken, klik je met de rechtermuisknop op een of meer verborgen objecten en selecteer je Forceer selectie. Klik in het Infopalet op Toon objecten of gebruik de knop Toon objecten of het menu commando Toon objecten om de geselecteerde objecten zichtbaar te maken.

Gebruik een sneltoets om alle verborgen objecten zichtbaar te maken; zie Sneltoetsen Zichtbaarheid gereedschap.

Om verborgen objecten in een zichtvenster zichtbaar te maken, klik je op Herstel object zichtbaarheid in hetInfopalet en werk je vervolgens het zichtvenster bij.

Om te wisselen tussen een grote of kleine knop Toon objecten, wijzig je de instelling Bewerk groep en Objectzichtbaarheid instellingen in het menu Snelle voorkeuren.

Een object verbergen zodat een ander object kan worden geselecteerd

Het gereedschap Zichtbaarheid

Objectzichtbaarheid commando's

De zichtbaarheid aanpassen bij ingebedde zichtvensters

Niet gevonden wat je zocht? Vraag het aan onze virtuele assistent Dex.