LandmarkLandschapszones bewerken

Om de landschapszone te bewerken, volg een van onderstaande werkwijzen:

Wijzig de parameters vanuit het infopalet of door te klikken op Instellingen Landschapszone vanuit het infopalet (zie Instellingen landschapszone).

Gebruik het Kenmerkenpalet voor bestaande landschapszones zonder stijl of voor toepasselijke parameters volgens invoeging.

Wanneer je plantstijlen aanpast die ook in de landschapszone voorkomen, zullen deze planten binnen de landschapszone mee veranderen. Hetzelfde gebeurt wanneer je een plantstijl aanpast vanuit een rekenblad (zie Een standaardrapport voor een landschapszone creëren).

Vervorm de landschapszone door erop te klikken met de rechtermuisknop. Selecteer vervolgens Bewerk in het contextmenu. Het dialoogvenster ‘Bewerk landschapszone’ wordt geopend. Selecteer de optie Pad. Hierdoor activeer je het gereedschap Vervorm object, waarmee je het pad van het object rechtstreeks in de tekening kunt aanpassen.

Gebruik de commando’s Vlakken samenvoegen, Vlak uitsnijden, Intersectie vlakken en Combineer tot vlak om de landschapszone te bewerken. Zie Vlakken van 2D-objecten bewerken.

Landschapszones creëren

Componenten voor een landschapszone creëren

Een label voor een landschapszone creëren

Een standaardrapport voor een landschapszone creëren

Niet gevonden wat je zocht? Vraag het aan onze virtuele assistent Dex.