Design SuiteOptimale werkmethoden voor teamwerk

Software- en hardwareconfiguratie

Iedereen die aan een gedeeld project werkt moet dezelfde versie en update van Vectorworks gebruiken.

Om het project te delen met Vectorworks Cloud Services, gebruik je Vectorworks 2021 Service Pack 4 of later.

Om het project te delen met een andere cloud-gebaseerde bestandsopslagservice dan die automatisch door Vectorworks worden herkend, gebruik je Vectorworks 2025 of later. (Services erkend door Vectorworks: Vectorworks cloudservices, Box Drive, Dropbox, Google Drive, Microsoft OneDrive en Resilio Sync.)

Iedereen die aan het project werkt moet een unieke gebruikersnaam hebben (de naam die wordt gebruikt om in te loggen op de computer).

Vectorworks biedt geen ondersteuning voor het delen van projecten met een virtuele machine.

Bij het delen van het projectbestand met de methode gedeeld netwerk, moeten alle gebruikers toegang hebben tot het bestand via hetzelfde bestandsprotocol. Sla het projectbestand bijvoorbeeld niet op de computer van één gebruiker op en laat andere gebruikers via het netwerk toegang krijgen tot het bestand. Als je verschillende bestandsprotocollen moet gebruiken om te delen, gebruik dan de cloudservice methode.

Om configuratiefouten te voorkomen, is het aan te raden om alle cloudmappen op te nemen in het deelvenster Teamwerk cloudmappen van de Vectorworks Voorkeuren.

Projectbestanden en -mappen

Zorg ervoor bij het maken van het projectbestand dat je volledige lees-, schrijf-, verwijder- en hernoemrechten hebt voor de projectmap, submappen en het projectbestand.

Gebruik bij het delen van de projectmap in Vectorworks Cloud Services de toestemming "Synchroniseren en bewerken". Als je een andere cloud-opslagprovider gebruikt, zorg er dan voor dat elk teamlid de provider-specifieke optie instelt om zowel de gedeelde map als het projectbestand op het lokale apparaat op te slaan, in plaats van ze alleen online beschikbaar te hebben.

Eens gebruikers werkbestanden gecreëerd hebben van het projectbestand, mag je het projectbestand en de map waarin het zich bevindt niet meer hernoemen of het verplaatsen naar een andere map. Maak nooit kopies van een projectbestand.

Werkbestanden

Sla je werkbestand op je lokale harde schijf op, niet op een cloudopslag of een netwerk. Maak geen kopieën van je werkbestand.

Wanneer je een werkmap opent die verbonden is met een gedeelde projectmap op de cloudservice, moet je beschikken over een actieve internetverbinding en de desktop client voor de teamwerkservice moet actief zijn.

Je zou maar één werkbestand per project moeten hebben, dat je kunt blijven gebruiken tot het project klaar is. Als je een probleem hebt met een werkbestand, draag dan je wijzigingen bij in het projectbestand en geef alle gereserveerde lagen en objecten vrij. Verwijder dan het werkbestand en maak een nieuw.

Als je meerdere computers gebruikt om aan een gedeeld project te werken, gebruik dan voor elk apparaat een ander werkbestand. Daarnaast moet je gebruikersnaam op elk apparaat uniek zijn.

In het algemeen zou elke gebruiker twee tot drie keer per dag wijzigingen in het projectbestand moeten opslaan en vastleggen - vaak genoeg om het project up-to-date te houden, maar niet zo vaak dat het bandbreedteproblemen veroorzaakt door te veel verkeer. Iedere gebruiker kan bijvoorbeeld zijn werkbestand vernieuwen aan het begin van de dag, opslaan en vastleggen voor de lunch, vernieuwen na de lunch en dan weer opslaan en vastleggen aan het einde van de dag.

Niet gevonden wat je zocht? Vraag het aan onze virtuele assistent Dex.