Ruimteafwerkingen toewijzen
Wijs ruimteafwerkingen toe aan ruimtes om de kosten en vereiste afwerkingsmaterialen bij te houden. De informatie wordt weergegeven in rekenbladen, gegevenslabels, en de Ruimteafwerkingen legende.
Om afwerkingen aan een ruimteobject toe te wijzen:
Selecteer een bestaande ruimte in de tekening.
Vink in het Infopalet de optie Neem op in tabellen aan en klik vervolgens op Afwerking ruimte...
Het dialoogvenster ‘Afwerking ruimte’ wordt geopend.
Of open de Instellingen via het Infopalet en selecteer de categorie Afwerking ruimte.
Click to show/hide the parameters.Click to show/hide the parameters.
Veld |
Description |
Oppervlakken |
Vloer-, plint-, plafond- en muuroppervlakken worden vermeld. Welke muuroppervlakken beschikbaar zijn, hangt af van de instelling Document afwerkingsmethode in het dialoogvenster Beheer ruimteafwerkingen; zie Beheer ruimteafwerkingen. Selecteer een item uit de lijst Oppervlakken om de afwerkingen ervan te bekijken in de lijst Oppervlakafwerkingen hieronder. In de tekening is het geselecteerde oppervlak rood gemarkeerd, zodat je het gemakkelijk kan herkennen. Volgens stijl: Als je een ruimtestijl maakt of bewerkt, kan je aangeven of de afwerkingen van dit oppervlak worden ingesteld volgens stijl of volgens invoeging. #: Voor een ruimte zonder stijl die de NOZW Document afwerkingsmethode gebruikt, kan je de aanduiding in deze kolom slepen om de muur naar een andere groep te verplaatsen. Je kan bijvoorbeeld een muur van het noorden naar het oosten verplaatsen. Label-ID: Indien gewenst, voer in deze kolom een ID in die wordt weergegeven op het gegevenslabel van de ruimteafwerking. Gebruik afwerking van: Selecteer een oppervlak uit deze kolom om de afwerkingen naar dit oppervlak te kopiëren. |
Oppervlakafwerkingen |
Hiermee kan je maximaal vijf afwerkingen instellen voor het geselecteerde item in de lijst Oppervlakken. Klik op de kolom Afwerking van een rij en selecteer een afwerking uit de lijst met beschikbare afwerkingen in het document. Voer een Dekkingspercentage in om aan te geven hoeveel van het oppervlak wordt bedekt met die afwerking. Een muur kan bijvoorbeeld 100% gipsplaat als basisafwerking hebben, samen met 65% verf en 35% houten lambrisering als topafwerking. In de NOZW methode voer je alleen wandafwerkingen in voor de noord-, oost-, zuid- en westoppervlakken. Om een afwerking te verwijderen, selecteer je <Geen afwerking> in de kolom Afwerking. |
Opmerkingen |
Geef waar nodig aanvullende opmerkingen in over de afwerking van deze ruimte |
Beheer ruimteafwerkingen |
Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Afwerkingen’ te openen en de afwerkingen van alle onderdelen te bewerken (zie ). Beheer ruimteafwerkingen |
Selecteer de gewenste afwerkingen voor elk onderdeel van de ruimte. De informatie wordt aan de geselecteerde ruimte gekoppeld.
Selecteer Extra > Rapporten > Creëer rapport ruimteafwerkingen om een rapport voor de ruimteafwerkingen aan de tekening toe te voegen. Of: ga in het Hulpbronnenbeheer naar de volgende locatie: Vectorworksbibliotheek\Standaarden\Rapporten_Schemas\Standaardrapport architectuur.vwx. Sleep het rekenblad ‘Rapport ruimteafwerkingen’ naar de tekening.
Met het commando Creëer legende ruimteafwerkingen voeg je een uitgebreide legende voor ruimteafwerkingen toe.
Niet gevonden wat je zocht? Vraag het aan onze virtuele assistent Dex.