Automatisch gecreëerde klassen
Verscheidene klassen worden automatisch gecreëerd en toegewezen aan objecten door functies in de Vectorworks-uitbreidingsmodule, ongeacht welke standaarden je op voorhand hebt ingesteld. Zie Eigenschappen van klassen bewerken. Voorbeelden van automatisch gecreëerde klassen zijn:
NonPlot of A-ANNO-NPLT (Vectorworks Architect): Deze klasse wordt aangemaakt wanneer je een deur- of raamobject invoegt. DNT
Notes-Redlines of A-ANNO-REDL (Vectorworks Architect, Landmark, Spotlight): Deze klasse wordt aangemaakt wanneer je een correctieaanduiding invoegt met het Correctieaanduiding gereedschap. Het Toon of verberg correctieaanduidingen commando gebruikt de klasse om de zichtbaarheid van alle correctieaanduidingen te wijzigen.
Hulplijnen (Vectorworks Architect en Landmark): Deze klasse wordt gemaakt wanneer je het commando Bewerk > Hulplijnen > Zet om naar hulplijn kiest om een object als hulplijn aan te wijzen.
Het Houtskeletwand commando (Vectorworks Architect) creëert de volgende klassen: HSW-Afstandstuk, HSW-Lateiregel, HSW-Dorpelregel, HSW-Onderregel, HSW-Tussenregels, HSW-Bovenregel
Terrein-Terreinmodel-bewerkingsobject (Vectorworks Architectuur en Landschap): Deze klasse wordt gecreëerd wanneer je een nivellering, betextureerbare bedding, werkgrens en afgraaf/aanvulzone objecten invoegt. Wegen bevatten nivelleringen en werkgrenzen indien de opties Gebruik terreinbewerkingsobjecten en Gebruik werkgrens aangevinkt zijn in het Infopalet. Het Toon of verberg terreinbewerkingsobjecten commando gebruikt de klasse om de zichtbaarheid van alle terreinbewerkingsobjecten te wijzigen.
Irrigatieobjecten (Vectorworks Landschap): Veel klassen en subklassen worden automatisch gecreëerd wanneer je irrigatieobjecten invoegt. De weergave van de informatie volgens ontwerp en berekening hangt af van het soort irrigatieobject.
Object automatisch classificeren
Naast de automatische klassen die worden gemaakt en aan objecten worden toegewezen zoals hierboven beschreven, kunnen veel parametrische objecten in de Vectorworks-bibliotheken (zoals deuren of ruimtes) automatisch aan een klasse worden toegewezen volgens de tekenstandaard die op dat moment voor het bestand actief is. (Zie Standaardnamen gebruiken.)
Als het selectievakje Klasse automatisch toekennen is ingeschakeld, dan worden deze parametrische objecten automatisch in de aangewezen klasse geplaatst als ze worden toegevoegd aan de tekening. De klasse wordt automatisch aangemaakt indien het nog niet bestaat.
Als het selectievakje Klasse automatisch toekennen niet is ingeschakeld, worden de objecten in de actieve klasse geplaatst (sommige objecten worden echter automatisch geclassificeerd, ongeacht de instelling). De objecten kunnen aan de juiste klasse toegewezen worden als je Automatisch omzetten later inschakelt;
Een standaardklasse instellen voor alle symbooldefinities in een bestand
Commando |
Locatie |
Bepaal standaard symboolklasse |
Extra > Hulpmiddelen |
Als je wilt dat alle symboolomschrijvingen in een bibliotheekbestand aan een specifieke klasse worden toegewezen wanneer je ze in een tekening invoegt, kan je de standaard klasse voor het bestand instellen.
Om de standaard klasse voor alle symboolomschrijvingen in een bestand in te stellen:
Voor een Vectorworksbibliotheekbestand, kopieer het bibliotheekbestand naar je gebruikers- of werkgroepmap, en voer het commando uit op de kopie. Anders zullen je wijzigingen verloren gaan de volgende keer dat je je Vectorworksbibliotheken bijwerkt. Zie Concept: Bibliotheken.
Selecteer Bestand > Open en open het bestand om er een standaard klasse voor in te stellen.
Selecteer het commando.
Er wordt een waarschuwingsdialoogvenster geopend. Klik Ja om te bevestigen dat je een standaard klasse wilt instellen voor alle symboolomschrijvingen in het bestand.
Het dialoogvenster Voer tekst in wordt geopend.
Geef de standaard klasse op.
Als de naam overeenkomt met een bestaande naam in het bestand die geen klasse is, wordt er een waarschuwingsdialoogvenster geopend.
Selecteer Bestand > Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Als symboolomschrijvingen vanuit dit bestand in een tekening worden ingevoegd, worden ze aan de standaard klasse toegewezen.
Als een object in je tekenstandaard aan een klasse is toegewezen en Klasse automatisch toekennen is ingeschakeld, overschrijft de klasse in de tekenstandaard de standaard klasse. Als je bijvoorbeeld een standaard klasse instelt voor een Vectorworksbibliotheekbestand met deuren, maar vervolgens de VWArch-standaard selecteert en Klasse automatisch toekennen inschakelt voor je projectbestand, worden deuren die je uit het bibliotheekbestand invoegt, toegewezen aan de klasse Deur-Hoofd, zoals gespecificeerd in de VWArch-standaard.
Niet gevonden wat je zocht? Vraag het aan onze virtuele assistent Dex.