Herpositioneer het handvat

Het handvat kan verplaatst worden van de standaard positie relatief aan het geselecteerde object, voor betere controle en flexibiliteit in vrij vervormen. Omdat vrije bewegingen relatief aan het midden van het handvat uitgevoerd worden, kunnen sommige handelingen enkel voltooid worden als het handvat weg van een geselecteerd controlepunt geherpositioneerd wordt

Om het handvat te herpositioneren:

Begin met het gebruiken van de Verschuiven en roteren methode of Verschaal methode en de gepaste uitlijning methode zoals beschreven inObjecten verschuiven en roteren met het 3D handvat, <a data-xref="{text}" href="Reshaping_NURBS_curves_with_Transform_mode.htm#h">Reshaping NURBS curves with the 3D dragger</a>, of Objecten verschalen met het 3D handvat.

Plaats het handvat in de tekening. Activeer vervolgens de methode Herpositioneer.

Klik de gepaste lineaire, vlakke, of rotatie bediening, of de midden schermvlak bediening, om het handvat te herpositioneren als nodig.

Het element van het handvat dat Actief is, wordt weergegeven in het geel. Afhankelijk van de geselecteerde bediening, wordt een projectielijn, vlak indicator, of een rotatie cirkel weergegeven voor de beschikbare beweging. Een voorvertoning wordt weergegeven in het object en toont de bewerkingen. Het handvat beweegt op verschillende manieren afhankelijk van de uitlijning methode en de geselecteerde handvat bediening.

Standaard wordt grijpen tijdelijk uitgeschakeld bij het gebruiken van lineaire of rotatie bedieningen om het handvat te herpositioneren. Om grijpen in te schakelen, klik op het gesegmenteerde einde van de gewenste bediening in plaats van de bediening zelf.

Beweeg de cursor om het handvat te herpositioneren en klik om het te plaatsen. Het handvat moet niet op het te vervormen object staan; de entiteit waar het handvat eerst geplaatst was blijft geselecteerd.

 

Activeer de methode Schaal of Verschuiven en roteren om een nieuwe bewerking te starten.

Objecten vervormen

Objecten transformeren met het 3D handvat