Profielen creëren
De doorlopende objecten of profielen bepalen de vorm van het kettingextrusie-object. Zowel het doorlopende als het herhalende element moeten polygonen of polylijnen zijn (maximaal drie). Het is ook mogelijk een locus en twee polygonen/polylijnen te gebruiken. Gebruikers van de Vectorworksmodules Architectuur en Landschap kunnen profielen downloaden uit de Vectorworksbibliotheek; zie Concept: Bibliotheken.
Om profielen te creëren:
Creëer eerst het doorlopende object. Het gereedschap Kettingextrusie beschouwt de eerst getekende polygoon of polylijn namelijk als het doorlopende element.
Creëer vervolgens het herhalende element. Het object op de voorgrond wordt steeds beschouwd als het herhalende object.
Het is niet noodzakelijk om een tweede element toe te voegen.
Het referentiepunt van de kettingextrusie ten opzichte van het pad bevindt zich op de rechteronder- of rechterbovenhoek van de omtrekkubus van het element. Je kan de plaats van de kettingextrusie wijzigen door een locus op te nemen in de profielgroep. Het locuspunt wordt dan het referentiepunt voor het polygoonpad van de profielgroep. Dit is handig wanneer de omtrekkubus van het herhalende element de omtrekkubus van het doorlopende element overschrijdt.
Je kan aan de objecten een vulling toekennen via het Kenmerkenpalet.
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.