Concept: Werkomgevingen van de Vectorworksmodules
Elke Vectorworksmodule wordt geïnstalleerd met een bijhorende, unieke werkomgeving, afgestemd op een specifieke tak zoals architectuur of landschap. Met de gereedschappen en commando’s in de Standaard werkomgeving kan je gebruikmaken van de basisfuncties voor 2D-tekenen en 3D-modelleren. Bovendien zitten deze gereedschappen en commando’s eveneens vervat in de werkomgevingen van de Vectorworks-uitbreidingsmodules. Elk van de uitbreidingsmodules is daarnaast ook voorzien van een aantal specifieke commando en gereedschappen. De Design Suite werkruimte bevat gereedschappen en commando’s van alle producten. Om van werkomgeving te wisselen, ga je naar Extra > Werkomgevingen en selecteer je een van de beschikbare werkomgevingen.
Het Braceworks product heeft geen eigen werkruimte, maar de Braceworks commando's en tools zijn volledig geïntegreerd in de Spotlight en Design Suite werkruimtes. De Braceworks licentievereisten voor bepaalde tools en commando's zijn van toepassing.
Voor Vectorworks Architectuur zijn er twee werkomgevingen beschikbaar: de Architectuur-werkomgeving waar gebruikers van Vectorworks 2018 en oudere versies mee vertrouwd zijn, en de BIM Architectuur-werkomgeving. In deze tweede werkomgeving zijn de gereedschappen die je nodig heeft om de meest algemene BIM-functies uit te voeren, gebundeld in een BIM-gereedschappenset.
In sommige gevallen hebben gereedschappen of commando’s uit de Standaard werkomgeving een uitgebreide functionaliteit in de uitbreidingsmodules en/of staan ze op een andere locatie in de werkomgeving. Voorbeelden van commando’s en gereedschappen met uitgebreide functionaliteiten in de uitbreidingsmodules zijn het Bladkader en de Tekstballon.
Indien voor een commando, gereedschap of parameter een uitbreidingsmodule vereist is, wordt dit aangegeven door een icoon of vermelding tussen haken in de tekst.
In de PDF ‘Commando’s en gereedschappen’ van de helpindex vind je een gedetailleerde lijst waaruit je eenvoudig kunt aflezen in welke modules een bepaald gereedschap of commando beschikbaar is.
Werkomgevingen worden geïnstalleerd in de programmamap van Vectorworks op de locatie [Vectorworks]\Bibliotheek. Alle wijzigingen die je aanbrengt in de werkomgevingen worden opgeslagen in je gebruikersmap, om de integriteit van zowel de standaard als de aangepaste werkomgevingen te behouden.
Om een werkomgeving op maat te creëren: zieWerkomgevingen creëren en bewerken. Aangepaste werkomgevingen kan je ook in een werkgroepmap bewaren (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie Bestandslocaties).
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.