Concept: De 3D tekenomgeving
Binnen de 3D tekenomgeving van Vectorworks vind je alles wat je nodig hebt om te modelleren. Je kan objecten ten opzichte van elkaar in de 3D-ruimte plaatsen op elke ontwerplaag. Voor grote projecten zoals gebouwen met veel verdiepingen kan je meerdere lagen met verschillende niveau’s creëren zodat je de objecten samen kan uitlijnen, bewerken en bekijken als één model.
In een 3D-aanzicht worden alle zichtbare ontwerplagen in de tekening uitgelijnd met de actieve laag en weergegeven met dezelfde belichting, rendermethode en Renderworksachtergrond. De Z-coördinaten van alle objecten worden berekend ten opzichte van het ontwerplaagvlak van de actieve laag. Lagen met een andere schaal dan die van de actieve laag zijn verborgen.
De laaginstellingen (Weergave > Laaginstellingen) bepalen of andere lagen gerenderd en gegrepen kunnen worden en of je objecten op andere lagen kan selecteren en bewerken. Om rendering mogelijk te maken, selecteer je Toon andere of Toon andere grijs. Om zowel renderen als grijpen mogelijk te maken, selecteer je Toon andere grijs/Grijp naar andere of Toon andere grijs/Grijp naar andere. Als Toon/Grijp naar/Bewerk andere geselecteerd is, kan je objecten op andere lagen selecteren en bewerken.
2D-objecten kunnen gecreëerd en bewerkt worden op elk vlak en in om het even welk aanzicht. Om in een 3D-aanzicht meerdere ruimtelijke 2D-objecten tegelijk te kunnen bewerken, moeten de objecten zich in hetzelfde vlak bevinden.
Indien nodig is het mogelijk om enkele verouderde 2D-functies uit oudere versies van Vectorworks (ouder dan 2022) opnieuw in te schakelen (zie Verouderde 2D functies gebruiken).
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.