Concept: De zichtbaarheid van elementen in de tekening

Het is mogelijk om de zichtbaarheid van individuele klassen en lagen in de tekening af te stemmen op jouw behoeften. Dit zal het grijpen naar, toevoegen, selecteren en bewerken van objecten makkelijker maken en je bovendien helpen om de gewenste weergave te bekomen binnen zichtvensters en bewaarde tekenzones. Er bestaan verschillende manieren om de zichtbaarheid te regelen. Afhankelijk van je behoeften kan je de algemene zichtbaarheid voor de tekening instellen of de zichtbaarheid van specifieke klassen en lagen aanpassen.

Objecten die zowel tot de actieve klasse als de actieve laag behoren, hebben een normale zichtbaarheid, ongeacht de zichtbaarheidsinstellingen. Voor objecten die tot een niet-actieve klasse en/of laag behoren, wordt de “lagere” zichtbaarheid toegepast. Als een object bijvoorbeeld in de actieve klasse zit, waarvoor een normale zichtbaarheid geldt, maar op een niet-actieve laag ligt die op grijs is ingesteld, zal het object grijs worden weergegeven. (In Je tekening organiseren wordt uitgelegd hoe je door middel van klassen en lagen jouw tekening kan structureren.)

Je kan het grijspercentage van grijze lagen en klassen aanpassen voor het afdrukken van een bestand (zie Een bestand afdrukken(zie Een bestand afdrukken)).

Met de commando’s in Klasse-instellingen en Laaginstellingen regel je de algemene zichtbaarheid voor de niet-actieve klassen en ontwerplagen in de tekening. De actieve klasse en laag worden altijd normaal weergegeven. Naargelang je tijdens het tekenen wisselt tussen klassen en lagen, zullen de instellingen dienovereenkomstig worden overgedragen. Voor andere klassen en lagen is de weergave en mogelijkheid tot grijpen en bewerken afhankelijk van de klasse- en laaginstellingen.

Deze algemene instellingen bepalen de zichtbaarheid op het hoogste niveau in de tekening. De zichtbaarheid van individuele niet-actieve klassen en lagen kan verder worden gespecificeerd door middel van de zichtbaarheidskolommen en het gereedschap Zichtbaarheid, maar dit kan de klasse- en laaginstellingen nooit overheersen. Je kan alleen aanpassingen op een lager niveau maken, bijvoorbeeld door lagen of klassen onzichtbaar of grijs te maken.

De Zichtbaarheidskolommen vind je terug in het Organisatievenster, het Navigatiepalet (Vectorworks-uitbreidingsmodule Module vereist) en op verscheidene andere plaatsen in het programma. Ze bevatten een lijst van alle klassen en lagen in de tekening die je individueel kan instellen op zichtbaar, onzichtbaar of grijs.

Met het gereedschap Zichtbaarheid (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist) kan je de zichtbaarheid van specifieke klassen en lagen instellen of de globale zichtbaarheid voor klassen en lagen wijzigen. Anders dan bij de Zichtbaarheidskolommen, waarbij je een overzicht hebt van alle klassen en lagen, werkt het gereedschap Zichtbaarheid alleen op de klasse of laag van aangeklikte objecten in de tekening.

Zowel de Zichtbaarheid kolommen als het Zichtbaarheid gereedschap kunnen gebruikt worden om de klasse- en laagzichtbaarheden voor de tekenzone en zichtvensters in te stellen; voor zichtvensters waarbij de zichtbaarheid bepaald wordt volgens stijl, kunnen laag- en klassezichtbaarheden enkel bewerkt worden in het dialoogvenster Bewerk zichtvensterstijl (zie Zichtvensterstijlen creëren en bewerken). Zichtbaarheid kolommen kunnen ook gebruikt worden om de zichtbaarheid voor opgeslagen weergaven in te stellen.

De zichtbaarheid aanpassen

Werkwijze

Omschrijving

Stel de algemene zichtbaarheid in voor niet-actieve klassen en ontwerplagen

Selecteer de commando’s Klassen en Lagen om de zichtbaarheid op het hoogste niveau voor alle niet-actieve lagen in de tekenzone in te stellen.

Commando’s voor de algemene zichtbaarheid van klassen en lagen

Klassen en lagen snel in-/uitschakelen

Dubbelklik op het gereedschap Zichtbaarheid om de ingestelde actie voor dubbelklikken uit te voeren, of gebruik het Navigatiepalet (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist).

De algemene zichtbaarheid aanpassen met het gereedschap Zichtbaarheid

Het navigatiepalet

De zichtbaarheid wijzigen van de individuele klasse of laag van een aangeklikt object in de tekenzone of in een zichtvenster

Gebruik de methodes van het gereedschap Zichtbaarheid.

De zichtbaarheid van een klasse of laag aanpassen met het gereedschap Zichtbaarheid

De zichtbaarheid wijzigen van individuele klassen/lagen in de tekenzone

Gebruik de Zichtbaarheidskolommen in het Organisatievenster (weergave Details) en elders

De laag- of klassezichtbaarheid voor de tekenzone

De zichtbaarheid wijzigen van individuele klassen/lagen in zichtvensters en bewaarde tekenzones

Gebruik de Zichtbaarheidskolommen in het organisatievenster Zichtbaarheden weergave en elders; zichtbaarheden die ingesteld zijn volgens zichtvensterstijl kunnen niet vanuit het organisatievenster bewerkt worden.

De laag-of klassezichtbaarheid voor zichtvensters en bewaarde weergaven

Zichtvensterstijlen creëren en bewerken

Commando’s voor de algemene zichtbaarheid van klassen en lagen

Zichtbaarheidskolommen

Het gereedschap Zichtbaarheid

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.