Je tekening organiseren
Vectorworks biedt je verschillende mogelijkheden om je tekening te organiseren en te presenteren: klassen, ontwerplagen, bouwlagen, presentatielagen, zichtvensters, bewaarde tekenzones en abonnementen. Ze maken het makkelijker om te focussen op de delen van de tekening die je wilt tekenen, weergeven, delen of presenteren. Gebruik het The Organization dialog box om deze elementen te creëren en beheren.
Ontwerplagen zijn vergelijkbaar met bladen papier zoals gebruikt bij het tekenen met de hand. Elk object in Vectorworks behoort tot een laag zoals elk handgetekend object tot een blad behoort.
Klassen zijn van toepassing over de verschillende ontwerplagen heen. Dankzij klassen kan je de kenmerken en zichtbaarheid van objecten regelen, zelfs als ze zich in verschillende lagen bevinden.
Presentatielagen dienen om een afgewerkt project te presenteren en kunnen zichtvensters, bladkaders, opmerkingen en andere aanduidingen bevatten.
Zichtvensters passen een combinatie toe van zichtbare, grijze en/of verborgen ontwerplagen en klassen om een tekening op een bepaalde manier (gedetailleerd, snede of gerenderd) te presenteren.
In bewaarde tekenzones worden een of meer aspecten van de huidige tekenzone opgeslagen. Het kan daarbij gaan om de weergave, de zoom en instellingen voor de zichtbaarheid van klassen en lagen. Dit maakt het mogelijk om onmiddellijk naar een bepaalde weergave terug te keren.
Dankzij abonnementen kan je elementen uit een ander bestand in het actieve bestand gebruiken. Wanneer je een geabonneerd element in het bronbestand wijzigt, wordt deze wijziging eveneens in het doelbestand doorgevoerd.
Bouwlagen leggen een link tussen ontwerplagen en het maken van verdiepingen in een tekening, waardoor je de verschillende elementen in een architectuurproject kunt organiseren en beheren.
Ontwerplagen en klassen
De basis van elke tekening is een goede lagen- en klassenstructuur en de aanwezigheid van een systeem om objecten aan de geschikte lagen en klassen toe te kennen. De ontwerplaag bevat het object, terwijl de klasse de grafische kenmerken van het object bepaalt. Elk object behoort to één laag en één klasse.
Als je met een nieuw tekenproject begint, is het aangewezen eerst een lagen- en klassenstructuur op te bouwen, samen met een systeem voor het toekennen van lagen en klassen. Op deze manier kan je nieuwe objecten onmiddellijk in de geschikte lagen en klassen onderbrengen. Het is bovendien mogelijk om een specifieke lagen- en klassenstructuur in een sjabloon te bewaren om deze structuur bij toekomstige bestanden opnieuw te gebruiken (zie Concept: Sjablonen).
Je kan zowel via klassen als ontwerplagen de zichtbaarheid van objecten regelen. De actieve ontwerplaag en de actieve klasse zijn automatisch zichtbaar, andere ontwerplagen en klassen kunnen zichtbaar, onzichtbaar of grijs gemaakt worden. Een efficiënte organisatie van de lagen en klassen in een tekening maakt het mogelijk om een enkel bestand te gebruiken voor meerdere doeleinden: je kan de lagen en klassen kiezen die je wilt weergeven, selecteren, tekenen, delen, printen en presenteren.
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.