LandmarkBestaande bomen d.m.v. loci creëren

Commando

Werkomgeving: Pad

Creëer bestaande bomen d.m.v. loci

Design Suite: AEC> Bestaande boom

Landschap: Landschap > Bestaande bomen

Loci die opmetingsgegevens bevatten (afkomstig uit een opmetingsbestand, DXF-/DWG-bestand of op punten gebaseerde Shapefile) kunnen met Vectorworks Landschap omgezet worden naar bestaande bomen. Bovendien kan de nodige informatie, inclusief locatie, aan de bomen worden gekoppeld. Als gevolg van de koppeling tussen de opmetingsgegevens en de recordvelden voor bestaande bomen, worden geldige Vectorworksobjecten in het bestand ingevoegd.

Om bestaande bomen te creëren d.m.v. loci:

Selecteer de loci of de symbolen die de loci bevatten.

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Creëer bestaande bomen d.m.v. loci’ wordt geopend.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Bewaarde sets

Zie Bewaarde instellingensets gebruiken om sets van bewaarde instellingen te creëren en te beheren.

Opmetingsgegevens

Gebruik gekoppeld record

Vink deze optie aan om de parameters voor bestaande bomen te definiëren op basis van een geselecteerde record (gekoppeld aan de loci). Vink deze optie uit om de bestaande bomen te creëren met de standaardwaarden van het gereedschap Bestaande boom; er is dan geen gegevenskoppeling mogelijk.

Behoud recordgegevens voor nieuwe bestaande bomen

Vink deze optie aan om het geselecteerde record aan de gecreëerde bestaande bomen te koppelen.

Lijst voor gegevenskoppeling

Elke rij in de tabel komt overeen met een rij van het geselecteerde record.

Veldnaam

In deze kolom staan de namen van de beschikbare recordvelden.

Veld

In deze kolom wordt voor elk recordveld de gekoppelde parameter weergegeven.

Eenheden

Dit zijn de eenheden die gebruikt worden voor de import.

Als de geïmporteerde rijen tekst bevatten of waarden waarvoor geen eenheid nodig is, laat je de standaardoptie ‘Geen/Automatisch’ staan.

Bij gegevens die wel een eenheid nodig hebben, zorgt de optie ‘Geen/Automatisch’ ervoor dat de gegevens automatisch met de documenteenheiden geïmporteerd worden.

Als je gegevens wilt importeren met andere eenheden (verschillend van de documenteenheden), selecteer je de gewenste eenheid.

Veldtype

Hier wordt het type recordveld weergegeven (louter ter informatie).

Geselecteerde parameter

Kies de parameter die je wilt koppelen aan het geselecteerd item uit de gegevenslijst.

Geselecteerde eenheid

Kies de eenheid waarmee je het geselecteerde item wilt importeren.

Indien Gebruik gekoppeld record aangevinkt is, selecteer je het gewenste record en bepaal je de koppeling van elk recordveld. Koppel elk recordveld aan een parameter voor bestaande bomen door bij Geselecteerde parameter de gewenste parameter te selecteren. Selecteer specifieke eenheden voor gegevens waarvoor je niet de documenteenheden wilt gebruiken.

De gekoppelde parameters worden rechtstreeks door de geïmporteerde gegevens gedefinieerd, op voorwaarde dat de waarden compatibel zijn. Bijvoorbeeld: als de parameter Hoogte gekoppeld is, wordt de hoogte uit het record overgenomen voor de parameter Hoogte van de bestaande boom. Als de parameter Gezondheid gekoppeld is en de waarde uit het record overeenkomt met een van de standaard parameterwaarden (Uitstekend, Goed, Gemiddeld, Slecht) wordt de parameter dienovereenkomstig ingesteld. Indien de geïmporteerde waarde verschilt van de standaardwaarden, wordt de parameter Gezondheid ‘Op maat’ ingesteld.

Gekoppelde parameters waarvoor geen gegevens gevonden worden, zullen gedefinieerd worden met de standaardwaarden van het gereedschap Bestaande boom.

Bewaar eventueel de instellingen voor de gegevenskoppeling.

Klik op OK om de bestaande bomen te creëren op basis van de loci.

Bestaande bomen importeren uit een opmetingsbestand

Bestaande bomen plaatsen

Workflow: Bestaande boom plaatsen

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.