Concept: Standaarden en sets voor ramen en deuren
Sets en standaarden zijn groepen van bewaarde instellingen. Waarom zou je hiervan gebruik maken? Enkele voordelen op een rijtje:
Je bent zeker dat alle waarden kloppen met je kantoorstandaarden.
Je bespaart tijd doordat je de bewaarde instellingen snel kunt hergebruiken.
Je kunt ze toepassen op specifieke onderdelen van een object.
Je kunt ze toepassen vóór of na het plaatsen van een object.
Je kunt ze toepassen op meerdere geselecteerde objecten tegelijkertijd.
Sets en standaarden worden in de Vectorworks Gebruikersbibliotheek of in uw Werkgroepbibliotheek bewaard en zijn dus niet document-gebonden. Eenmaal een set of standaard is bewaard, kun je deze gebruiken in ieder Vectorworksdocument.
Je vindt sets en standaarden terug op de volgende locaties in Vectorworks:
In de Instellingendialoog van de gereedschappen Binnenraam en -deur en Buitenraam en -deur (via de Methodebalk).
In het Infopalet van een of meer geselecteerde objecten: via de knop Pas sets en standaarden toe.
In de Instellingendialoog van een object.
Zie Instellingen buitenraam of -deur en Instellingen binnenraam of -deur voor een overzicht van alle beschikbare sets en standaarden per gereedschap.
Er zijn weliswaar enkele belangrijke verschillen tussen sets en standaarden:
Sets |
Standaarden |
Een set bewaart alle actieve instellingen in een categorie, inclusief symbolen en andere ontwerpkeuzes. Bijvoorbeeld: Een dorpel-set bewaart het type dorpel (bv. lekdorpel) en diens afmetingen. |
Een standaard bewaart enkel een paar essentiële afmetingen per categorie. Bijvoorbeeld: Een dorpel-standaard bewaart enkel de afmetingen van de dorpel. |
Door een set toe te passen kan je geometrie creëren of verwijderen. Bijvoorbeeld: Door een omlijsting-set toe te passen kan je een omlijsting rond het object tekenen. |
Door een standaard toe te passen zal je nooit nieuwe geometrie creëren. Een standaard overschrijft enkel de waarden van geometrie die al bestaat. Bijvoorbeeld: Door een omlijsting-standaard toe te passen, kan je de breedte van de bestaande omlijsting aanpassen. Als het object echter geen omlijsting heeft, zal er niets veranderen. |
Een set wordt enkel toegepast op de huidige onderdelen van het object. Als je nadien een nieuw vak creëert, zullen daarvoor de actieve standaardwaarden gebruikt worden en niet waarden uit een set. Bijvoorbeeld: Je past een set toe om de neuslengte van de dorpel van 30mm naar 50mmte veranderen. Wanneer je daarna een dorpel op een andere hoogte toevoegt, zal die met een neus van 30mm worden aangemaakt. |
Een standaard wordt toegepast op de huidige onderdelen van het object én wordt gebruikt wanneer je nieuwe onderdelen creëert. Bijvoorbeeld: Je past een standaard toe om de breedte van het raamkozijn van 50mm naar 70mm te veranderen. Wanneer je daarna een nieuw vak creëert, zal het kozijn rond dat vak 70mm zijn. |
Een set kan worden toegepast op een specifiek deel (vak/sectie/rand) van een object of op meerdere delen tegelijkertijd. Bijvoorbeeld: In de categorie Kruisroeden kan je één sectie van het object in de voorvertoning selecteren en de set enkel op die sectie toepassen. |
Een standaard wordt steeds op het volledige object toegepast. Bijvoorbeeld: Wanneer je een Kruisroeden-standaard toepast, wijzig je de breedte en/of diepte van alle kruisroeden in alle secties van het object. |
Een set maak je aan op basis van de actieve instellingen in de hoofddialoog van het gereedschap of van een raam/deurobject. De actieve instellingen worden gebruikt om het object te creëren. |
Een standaard maak je aan op basis van de actieve standaardwaarden in de subdialoog ‘Beheer standaarden’ van het gereedschap of van een raam/deurobject. De actieve standaardwaarden worden automatisch geladen in de Instellingendialoog van het gereedschap telkens je deze via de Methodebalk opent. |
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.