Ruimte-instellingen op maat
Wanneer je de naam, gebruikersgroep en afwerkingen van een ruimte bewerkt, worden de wijzigingen opgeslagen in je gebruikersmap. In een werkgroepomgeving kan je een reeks bestanden creëren met daarin standaardinstellingen voor je kantoor en deze bestanden via een netwerk delen met je medewerkers.
Om toegang te krijgen tot de gedeelde inhoud, moet een Vectorworksgebruiker die map eenvoudigweg aanduiden als een werkgroepmap in zijn of haar Vectorworksvoorkeuren. Vervolgens, wanneer de gebruiker ruimtes in een tekening creëert, worden de naam, gebruikersgroep en afwerkingen van deze ruimtes opgehaald uit de programmamap van Vectorworks, de gebruikersmap en eventuele werkgroepmappen.
Om de instellingen van ruimtes op maat te bepalen:
Geef waarden op maat in voor de naam, gebruikersgroep en afwerkingen van de ruimte in de Instellingen van het gereedschap Ruimte. De overeenkomstige bestanden worden gecreëerd op de locatie die als gebruikersmap is opgegeven in je Vectorworksvoorkeuren (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie Bestandslocaties).
Om de bestanden op maat met een werkgroep te delen, plaats je de bestanden in een werkgroepmap op het netwerk . Wanneer andere medewerkers deze werkgroepmap opgeven bij hun Vectorworksvoorkeuren hebben zij eveneens toegang tot de bestanden (zie Bestanden uitwisselen via werkgroepmappen). Zorg ervoor dat de mappenstructuur overeenkomt met die van de Standaardenmap in de Vectorworks programmamap, [Vectorworks]\Bibliotheek. Wil je bijvoorbeeld een lijst met ruimtenamen op maat toevoegen, plaats het bestand dan in de standaardmap Standaard ruimtes van je werkgroepmap.[Werkgroep]\Bibliotheek\Standaarden\Ruimtes - Standaard ruimtes.
Verwijder de bestanden op maat uit je gebruikersmap indien je van plan bent om de instellingen van de werkgroep te gebruiken. Denk eraan dat de inhoud van de gebruikersmap voorrang heeft op de inhoud van de werkgroepmap.
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.