Vectorworks installeren

Het installatieprogramma van Vectorworks vermeldt de systeemvereisten om Vectorworks te kunnen installeren. Om de installatie vlot te doen verlopen, controleer of je systeem aan de vereisten voldoet, neem nota van enige problemen of incompatibiliteiten en zorg ervoor dat je computer verbonden is met het internet voordat je de software installeert. Voor de installatie moet je de inloggegevens van je computer invoeren, dus zorg ervoor dat je die gegevens bij de hand hebt voordat je begint. 

Het is mogelijk om Vectorworks te installeren als de computer niet met het internet is verbonden, door de instructies in het installatieprogramma te volgen, maar het proces is gecompliceerder.

Het installatieprogramma installeert het volledige Vectorworks pakket. Toegestane producten worden bepaald door je serienummer en een licentiebeschrijvingsbestand (LDF), dat geïnstalleerd is in je gebruikersmap.

Tijdens de installatie krijg je de mogelijkheid om extra bibliotheekmateriaal te downloaden (denk aan sectorspecifieke bibliotheken die je aan je ontwerpen kunt toevoegen via het Hulpbronnenbeheer). Zie Concept: Bibliotheken. Als je ervoor kiest om de extra bibliotheken niet onmiddellijk te installeren, kan je dit op een later tijdstip nog doen (zie Vectorworksbibliotheken installeren).

Tijdens de installatie moet je ook aangeven of je Vectorworks al dan niet toestemming verleent om gebruiksgegevens te verzamelen ter verbetering van het programma. Selecteer het type en de hoeveelheid informatie die je wilt versturen. Het is mogelijk om deze instelling op eender welk moment tijdens je sessie in Vectorworks te wijzigen (ga hiervoor naar Voorkeuren Vectorworks: Categorie Sessie).

In je licentie is één extra installatie inbegrepen, als back-up. Denk eraan om regelmatig een reservekopie te maken van je Vectorworksinstallatie. Dit is belangrijk voor het herstellen van op maat aangepaste instellingen, die anders definitief verloren kunnen gaan bij een storing van je computer.

Als je een proeflicentie of een studentenlicentie installeert, zal je tijdens de installatie gevraagd worden in welk ontwerpgebied je (het meest) actief bent. Op basis van je antwoord wordt de meest relevante werkomgeving geselecteerd. Gaf je bijvoorbeeld lichtontwerp op als voornaamste bezigheid, dan wordt de Spotlight werkomgeving geopend. Met deze installaties krijg je toegang tot alle uitbreidingsmodules, ongeacht je antwoord op de vraag. Ga naar het menu Extra > Werkomgevingen om van werkomgeving te veranderen.

De eerste keer dat je Vectorworks opstart na het installeren, kan het nodig zijn - afhankelijk van je type licentie en internetverbinding - om in te loggen op je bestaande Vectorworks-account of om een account te creëren als je er nog geen heeft. Na het opstarten kan je in- en uitloggen en je account openen via een knop in de rechterbovenhoek van de Menubalk.

Om de licentieovereenkomst te bekijken, selecteer je Help > Over Vectorworks (Windows) of Vectorworks > Over Vectorworks (Mac). Klik daarna op de knop Licentieovereenkomst.