Instellingen Trap: tabblad Algemeen

Op dit tabblad kan je de configuratie van de trap bepalen. Als je het type trap wijzigt na het aanpassen van de instellingen (in eender welk tabblad), wordt het dialoogvenster ‘Nieuwe trap’ geopend.

Bij het wisselen naar een nieuw type, gaan de huidige instellingen verloren. Je kan de huidige instellingen (of een bepaalde selectie ervan) eventueel wel overnemen naar de nieuwe trap. Selecteer welke specifieke instellingen je wilt overzetten of klik op Alles of Geen om alle instellingen te selecteren of te deselecteren.

Om de configuratie van de trap in te stellen:

Klik op het tabblad Algemeen.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Type

Je kan de algemene eigenschappen voor de trap baseren op een bestaand symbool of op een standaard traptype. Zodra je een type trap kiest, worden in het dialoogvenster de parameters weergegeven die overeenstemmen met je keuze. Deze waarden kunt vervolgens naar wens aanpassen om een trap op maat te creëren.

Selecteer symbool

Als je een symbool selecteerde via het veld Trap (uitgebreid) in de Methodebalk, wordt het door je gekozen symbool hier weergegeven. Een andere manier om een bestaande trap uit de hulpbronnenbibliotheek selecteren is door te klikken op het veld naast Selecteer symbool. Zodra de Hulpbronnenkiezer wordt geopend, dubbelklik je op een hulpbron om deze te activeren.

Selecteer een standaardtrap

Klik op deze knop, als er geen symbool geselecteerd is, om een trap te selecteren waarvan de vorm het dichtst aansluit bij het type trap dat je wilt creëren. Het dialoogvenster ‘Selecteer een standaardtrap’ wordt geopend. Kies een van de voorgedefinieerde typen. Bij Over te nemen instellingen onderaan het venster kan je aanduiden welke instellingen je wilt bewaren en overnemen naar de nieuwe trap.

Instellingen

Weergave

Selecteer het type object dat je wilt creëren: een 2D-object of een hybride object (2D+3D).

Klasse

Gebruik klassen om de weergave en de zichtbaarheid van de items te regelen. Selecteer een klasse uit de lijst met klassen aanwezig in de tekening of creëer een nieuwe klasse

Oriëntatie

Selecteer de zijde waar de binnenkant van de trap moet komen.

Geometrie

Pas de algemene instellingen aan voor de geometrie van de trap. Je kan de eigenschappen voor de geometrie ook in het tabblad Geometrie bepalen.

De waarden die je hier ingeeft, worden overgenomen in het tabblad Geometrie. Wanneer je het veld Breedte trap invult in het tabblad Algemeen en de trap meerdere trapsteken heeft, wordt de opgegeven breedte toegepast op alle trapsteken in het tabblad geometrie. Door het veld Breedte trap op dit tabblad te vergrendelen, worden ook de breedtes van individuele traparmen op het tabblad Geometrie vergrendeld, maar je kan de breedte voor elke traparm ook individueel vergrendelen of ontgrendelen.

Gebruik het gereedschap Vervorm object om de vorm van een trap manueel te manipuleren om deze preciezer uit te lijnen op aangrenzende elementen. De ontgrendelde parameters van de trap worden automatisch bijgewerkt wanneer je dit doet. Zie Trappen vervormen.

Slot

Klik op het slot-icoon naast een veld om de opgegeven waarde te vergrendelen. Wordt deze parameter gebruikt in een formule, dan worden de andere parameterwaarden automatisch herberekend.

Voorvertoning

Dit is de voorvertoning van de trap. Pas de weergave van de voorvertoning aan via de parameters in deze sectie.

Voorvertoning van

Kies voor een schematische of gedetailleerde weergave van de trap in de voorvertoning.

Status weergave details

(tussen haakjes)

Details van trappen kunnen vanaf een bepaalde schaal worden verborgen via de instellingen in het tabblad Weergave van de documentvoorkeuren (zie Documentvoorkeuren: tabblad Weergave).

Afhankelijk van de voorkeur die je instelt, staat de status op “toon nooit” of “toon altijd”, of verschijnt de schaal die je moet opgeven om de details te tonen.

Aanzicht

Selecteer het aanzicht van de voorvertoning. Merk op: Als je een zuiver 2D-symbool gebruikt, kan je geen 3D-aanzicht instellen.

Rendermethode

Selecteer uit de keuzelijst een rendermethode voor de voorvertoning.

Bereken

Klik op deze knop om de trap te herberekenen op basis van de ingevoerde parameters.

Vorige

Klik op deze knop om terug te keren naar de laatst berekende trap.

Bewaar als symbool

Klik op deze knop om de trap als symbool te bewaren.

Gebruik Minimum-/Maximumwaarden

Geef aan of je minimum-/maximumwaarden wilt opleggen voor de aantrede, optrede en de verhouding (tussen de aantrede en optrede).

Het is aangeraden deze optie aan te vinken om zeker te zijn dat de trap geldige verhoudingen heeft en voldoet aan de standaardeisen. Tijdens het ontwerpen van de trap kan het echter handig zijn deze optie tijdelijk uit te schakelen zodat je kan experimenteren met verschillende trapconstructies, vooral wanneer je de trapvorm manipuleert met het gereedschap Vervorm object.

Bewerk

Klik op deze knop om de minimum-maximum waarden te berekenen. Dialoogvenster ‘Nieuwe trap’ Minimum- en maximumwaarden instellen voor de geometrie van de trap

Instellingen Trap: tabblad Geometrie

Instellingen Trap: tabblad 2D-gedeelte

Instellingen Trap: tabblad Constructie

Instellingen Trap: tabblad afsluitingen

Instellingen Trap: tabblad Grafische kenmerken

Bewaarde sets voor trapinstellingen gebruiken

Een trap als een symbool bewaren

Eigenschappen van trappen

Instellingen van een trap opnemen en toekennen

Een uitgebreide trap creëren

Trappen vervormen

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.